Embryorapport

Leven in het lab – een kritische reflectie op de embryowetgeving

De wetenschap rond stamcellen en embryo’s ontwikkelt zich in razend tempo. Wat ooit alleen in theorie mogelijk was – het maken van embryovormen zonder bevruchting, het creëren van eicellen in het lab, het genetisch aanpassen van embryo’s – is nu zo goed als reguliere praktijk in laboratoria wereldwijd.

Daarmee zijn we op nieuw ethisch terrein aanbeland, waar de embryonale ontwikkeling steeds verder is losgezongen van bevruchting en van de genetische en fysieke connectie met de ouders. Het betekent dat we op zoek moeten naar antwoorden op nieuwe vragen: wanneer is iets een embryo? Welke bescherming verdient beginnend menselijk leven in het lab? En hoe voorkomen we dat we de grenzen van menselijke waardigheid niet overschrijden?

In dit rapport plaatst het Wetenschappelijk Bureau voor Nieuw Sociaal Contract de voorgestelde wijzigingen van de embryowetgeving in context. Er dreigt een nieuwe situatie te ontstaan waarin embryo’s worden ontdaan van elke menselijke relatie, en alleen nog dienen als onderzoeksobject of als een te exploiteren biologische bron van waardevolle grondstof. Het rapport benadrukt de impact van de wereldwijd sterk gecommercialiseerde fertiliteitsindustrie en wijst op de uitbreiding van genetische selectie voor niet-medische doeleinden. Niet alleen zijn er risico’s voor malafide inzet van genetische technologie, maar ook voor het ondergraven van het meest basale wat wij als mensen met elkaar delen: onze kiembaan, onze verwantschap, onze menselijkheid.

Vanuit een personalistisch perspectief en relationeel mensbeeld pleit het rapport voor strikte wettelijke bescherming, een vooruitziende blik en een behoudende inzet in deze nieuwe wereld waar techniek en menselijke waarden botsen – en waar onomkeerbare keuzes voor komende generaties worden gemaakt.